Toegevoegd: 4 februari 2006
Hohoe, 24 en 25 januari 2006
Mar's verjaardag vieren we pas 's avonds als we in Hohoe (spreek uit Hohoi) zijn aangekomen. De fles rode wijn, die ik in Accra stiekum op de kop heb getikt, wordt opengetrokken en we letten een keer niet op de prijzen voor het eten. De lol wordt bijna verpest door een Nigeriaan die brutaal een glas op tafel schuift en zegt: 'I join you'. Dat dacht ik toch niet! Ik maak hem heel duidelijk dat dit een feestje voor twee is en hij niet is uitgenodigd. Een paar uur later, er zit nog een bodempje wijn in de fles, komt Ian binnen, die we in Kumasi hadden ontmoet. Als hij hoort dat Marnix jarig is, besteld hij direct bier voor iedereen en hebben we alsnog een verjaardagsfeestje.
Hohoe ligt in de Voltaregio, tegen de grens met Togo aan. We zijn aan onze terugreis naar Burkina Faso begonnen. De Voltaregio staat bekend om zijn grote meer (het grootste aangelegde meer in Afrika) en groene heuvels. We hebben niet veel tijd meer en kunnen alleen Hohoe aandoen om de Agumatsa waterval te bekijken. Dus pakken we de volgende dag een tro-tro naar Wli (spreek uit Vlie) en lopen met een verplichte gids aar de waterval, een wandeling door een mooi stukje bos. De waterval zelf is niet spectaculair, maar de duizenden fruitvleermuizen, die aan de rotsen hangen wel. In grote klonten hangen ze ondersteboven rond de waterval, te hoog om gestoord te worden door de paar toeristen per dag die de waterval komen bekijken.
Het is bijna te erg om te zeggen, maar terwijl we daar zo zitten te kijken, beseffen we opeens dat we Ghana een beetje beu zijn. Eigenlijk vooral de Ghanezen zelf. Ze zijn te aardig, bijna fake. En alles, werkelijk alles draait alleen maar om geld. Het gevraag door jong en oud om Christmaspresents, zelfs tot halverwege januari, begint ons aardig de keel uit te hangen. We kunnen de hartverwarmende Afrikaanse gastvrijheid hier maar moeilijk vinden (positieve uitzonderingen natuurlijk daar gelaten).
|