Toegevoegd: 20 december 2005
Niamey, 22 november 2005
We zitten al een paar uur te wachten op de bus, die ons naar Niamey moet brengen. De kaartjesverkoper komt plotseling naar ons toe. We moeten direct meekomen, springen in een bus die over een paar uur naar Ouaga zou moeten vertrekken en scheuren Fada N’Gourma uit. Soms is het beter om je niet af te vragen wat er in hemelsnaam aan de hand is in Afrika, het komt meestal wel goed. De buschauffeur was blijkbaar ‘vergeten’ dat hij nog langs Fada moest, of vond het makkelijker op deze manier, maar bij de politiestop herinnerde hij zich dat er misschien wel passagiers zaten te wachten. En daar rijden we dus zo hard naar toe. De meest miserabele plekken zijn nog over en zuchtend schikken we ons in ons lot: dit gaat een vreselijke rit worden. Het valt mee, nauwelijks een uur later stoppen we in Kantchari. De mensen die op de achterbank zaten, stappen uit en voila, veel ruimte voor ons en onze tassen. De gebruikelijke paspoort- en douanechecks leveren ook dit keer geen problemen op. En alsof het natuur wil bewijzen, dat met een toch onnatuurlijk getrokken grens we echt een ander land binnengaan, verandert het landschap direct. Rotsen, heuvels en prachtige valleien krijgen we te zien met dorpen van nomade-achtige hutten. We krijgen nog veel politiestops te verduren, waar altijd een levendige markt is. Complete kadavers van geiten worden strak opgespannen en te koop aangeboden. Ik ben toch blij dat geen van mijn medepassagiers zo’n opgespannen geit koopt. Sneller dan verwacht zijn we in Niamey. De taxichauffeurs vragen ons 2000 CFA, terwijl het ongeveer 200 per persoon moet zijn. We ruziën, maar ze geven niet toe, dus lopen we naar de grote weg. Al snel vinden we een taxichauffeur die ons voor 400 mee wil nemen. De Mission Catholique zit helaas vol, dus we gaan het gevecht met de taxichauffeurs weer aan. De één weet niet waar het is, de ander moet die kant niet op, weer een ander vraagt teveel geld. We weten niet goed wat we moeten doen. Het wordt ondertussen al donker en daar staan we dan, moe, vuil, met zware rugzakken op en geen idee waar we precies zijn in de stad. Beide gidsen (LP en Guide de Routard) laten ons hier goed in de steek. We zijn de wanhoop nabij en lopen doelloos een beetje rond. Dan stopt die ene taxichauffeur in heel Niamey, die ons gewoon voor de gewone prijs meeneemt, zelfs al kent hij het AFVP resthouse ook niet. Als hij alle andere passagiers heeft afgezet, zoekt hij samen met ons naar de plek. Het is echt onvindbaar en na ruim een half uur rondgereden te hebben, zet hij ons af bij een hotel dat hij kent en niet duur is. We geven hem natuurlijk een flinke fooi! Dat hotel Yantala een vreselijk vies en onvriendelijk hotel is, kon hij niet weten. En dat de hoteleigenaar maar alvast de prijzen verdubbelt omdat over ruim een week het Jeux de Francophonie hier losbarst, kon hij ook niet weten. Maar we hebben geen keus en zitten dus in ons meest gore hotel, dat ook nog eens het duurste hotel is ooit. Niamey lijkt niet te betalen voor budgetreizigers, zeker niet als er een paar festivals op stapel staan (namelijk ook nog het internationaal modefestival FIMA). De mensen op straat maken veel goed. Er hangt een vrolijke sfeer en de straat voor hotel Yantala ontpopt zich ’s avonds tot 1 grote openluchtrestaurant en markt. We drinken thee bij een man, die maar 1 bestelling tegelijk kan onthouden en eten pittige spaghetti bij een big gezellige mama. We knappen er direct van op.
|