Toegevoegd: 22 februari 2006
Mopti, 8 tot en met 10 februari 2006
Het is een warm weerzien met Jean Marie, Olivier, Ouadreago en alle anderen van het Ya Pas de Probleme Hotel in Mopti. We krijgen een biertje van Jean Marie en vertellen wat we allemaal gezien hebben in de afgelopen 3 maanden. In Mopti hebben ze ook niet stil gezeten. Een heel nieuw gedeelte is bij het hotel gekomen, maar ons plekje op het dakterras is er nog. Februari is het einde van het hoogseizoen. En dat is te merken. Ik geef jullie even een voorbeeld hoe het in Mopti er aan toe gaat:
Marnix en ik stappen het hotel uit en lopen richting stad. Langs de Bani rivier is alles redelijk rustig, totdat we in de buurt van de haven en markt aankomen. De eerste verkoper duikt op: 'Vrienden, hoe is het met jullie?'
'Goed en met jou?'
'Goed. Mijn kano ligt hier niet ver vandaan'
'Oke'
Kom, dan gaan we er naar toe'
'Nee, dank je wel'
'Hebben jullie al een tocht over de Bani gemaakt?'
'Ja, naar Djennè'
'Maar dit is anders'
'Nee, dit is hetzelfde'
'Nee, dit is anders, je bezoekt namelijk dorpjes ...'
'Dat deden we ook toen we naar Djennè gingen'
'Maar dit is anders'
'Oke dan, dan is het anders. Maar we willen het nog steeds niet'
'Maar het is belangrijk'
'Voor jou misschien ja, maar voor ons niet'
'Maar het is heel erg interessant'
'Nogmaals, nee bedankt'
'En ik heb echte Afrikaanse thee aan boord'
'Die hebben we al vaak gedronken. Tot ziens!'
Dit gesprek hebben we terwijl we blijven doorlopen. Als de beste man het eindelijk opgeeft, duikt een collega op: 'Mijn vrienden, hoe gaat het?'
'Goed en met jou?'
'Goed, ik wil jullie iets laten zien'
'Nee, dank je wel'
'Jawel'
'Nee, dank je wel. We willen geen souveniers kopen'
'Jawel, dit zijn hele mooie'
'Nee, dank je wel'
'Ik wil ze jullie alleen laten zien'
'Nee, bedankt'
'Maar kijk er dan naar voor het plezier van de ogen!'
'We gaan toch niks kopen, dus nee'
'Ja, maar ....'
'Dag! Fijne dag nog!'
Als hij, zelfs een beetje beledigd, wegloopt, staat de volgende alweer klaar. We zijn nog niet halverwege de markt. 'Vrienden, hoe is het?'
We zuchten eens diep en zeggen: 'Goed en met jou?'
Hij kijkt ons heel blij aan en spreid een deken uit: 'Kijk, een deken!'
'Dat is veel te warm hier man!'
'Nee, het is niet duur'
'Dat zeg ik niet, ik zei dat het hier veel te warm is voor een deken'
'.........?' (antwoord dat hij niet verwacht) 'Ja, eeeh, maar ....'
'Nee, we willen het niet kopen. Tot ziens'
Maar een ander zwaait al met een ketting voor onze neus heen en weer.
'Kijk, een Touaregketting'
'Oke'
'Ik maak alle sieraden zelf, hier in Mopti'
'Maar de Touareg wonen helemaal niet in Mopti'
'Eeeh, maar dit zijn andere'
'Ik heb al Touaregkettingen gekocht, in Timboektoe'
'Maar deze zijn anders, kijk dan voor het plezier van de ogen'
'Nee dank je wel, ik vind ze niet mooi'
'Maar je moeder wel'
'Nee, mijn moeder houdt er ook niet van'
'Jawel, alle oudere vrouwen houden ervan'
'O, je kent mijn moeder blijkbaar beter dan ik'
'Ha, ha, ha! Maar het is echt waar'
'Nee, mijn moeder houdt er niet van en ze is trouwens ook niet oud'
' ...... ?'
'Dag! Fijne dag nog'
Dit gaat zo de hele tijd door, totdat je weer uit de buurt bent van Bar Bozo, de markt en de haven. De grote jacht op de laatste toeristen is begonnen. De grote toeristische uitverkoop van Mali zeg maar. De enigen die we missen, zijn de gidsen. Net nu wij naar de Dogon willen zijn ze in geen velden of wegen te bekennen.
|