Toegevoegd: 12 februari 2007
Koh Lipe, 2 tot en met 8 februari 2007
We verlaten met een enige tegenzin het eiland Koh Tao. Maar we gaan op weg naar een ander eiland, waar we alleen maar goede dingen over horen: Koh Lipe. Oftewel het 'sea gypsy eiland'. Het ligt in het zuiden van Thailand, tegen de Maleisische grens aan. Het kost ons twee dagen om er te komen. We nemen de boot naar Saruthani, die er zes uur over doet. In Koh Phangan stappen we over op een andere boot. Tot en met Koh Samui is de zee ruig, maar dan lijkt de zee te kalmeren. De watervlakte is een gladde spiegel en we liggen heerlijk te zonnen op het dek.
In Surathani laten we ons ompraten, ja zelfs na vijftien maanden overkomt ons dat nog steeds, om een minibus te pakken naar Had Yai. In het begin lijkt het allemaal goed georganiseerd. Op de minuut nauwkeurig komt het busje ons ophalen om 17.00 uur. Maar anderhalf uur later hebben we Saruthani nog niet verlaten. Het busje rijdt rond door de stad, net zolang tot het genoeg passagiers heeft. We hebben geen eten bij ons en met lege magen, gebroken en een dringende 'naturecall' arriveren we in Had Yai om 22.00 uur. Gelukkig vinden we een goedkoop guesthouse en nog een restaurantje dat open is en een erg goede Tom Yam maakt. Niet dat we veel tijd hebben om Had Yai goed in ons op te nemen, maar zo op het eerste gezicht is het een plezierige stad. De straten zijn verlicht met kerstlichtjes, de mensen zien er meer uit als Maleiers dan Thai en zijn wat brutaler. De stad trekt nauwelijks toeristen meer, vanwege de bomaanslagen door een extremistische moslimbeweging die hier actief is en zich willen afscheiden van Thailand. De bomaanslagen zijn niet gericht op het maken van slachtoffers, en zeker geen toeristen, maar meer om aandacht te trekken voor hun 'onafhankelijksheidstrijd'.
De volgende dag moeten we weer met een minibus naar Pakbara, waar vandaan de boot vertrekt naar Koh Lipe. De chauffeur weet precies hoe laat de laatste boot gaat en scheurt flink door zodat we de boot nog kunnen halen.
We zijn op tijd en in vier uur tuffen we naar Koh Lipe. De lucht lijkt hier zwaarder en vochtiger te zijn. Er staat nauwelijks wind. Op het dek is het bijna niet uit te houden. We passeren Koh Tarutao en verschillende onbewoonde kalkstenen eilandjes. Koh Lipe is een klein eiland en het duurt lang voordat de contouren zich aftekenen tegen de horizon. De scheidingslijn tussen de zee en de hemel is onduidelijk door het trillen van de hete lucht.
Een longtailboot haalt ons op en zet ons af op het strand. Zodra mijn voet het zand voelt, geef ik een klein gil. Dit is geen zand meer, maar een grote bak met bloem. Het zand is spierwit en zo fijn en zacht, dat het heerlijk voelt om op blote voeten door het zand te lopen.
Het strand waar we afgezet zijn, heet Pattaya Beach. Het is het meest drukke en toeristische strand van Koh Lipe. Maar het geeft ons niet het gevoel van 'druk'. Het hele strand bestaat weliswaar uit bungalows, hutten, restaurantjes en barretjes, maar op zijn 'sea gypsy': megarelaxed. Alle guesthouses zitten echter vol en we moeten via een zandpad naar de andere kant van het eiland lopen om een slaapplek te zoeken. Een man ziet ons lopen en biedt ons een kamer aan. Zijn naam is Odd en hij is eigenaar van 'Sea Gypsy', een guesthouse in de maak. Drie kamers heeft hij zover af, dat hij ze alvast verhuurt. Meer basic dan deze kamer kun je niet krijgen, maar wat maakt het uit? We zitten toch een hele dag op het strand.
En dat doen we dan ook. Elke dag als we wakker worden, ontbijten we snel en duiken dan de turkoois blauwe zee in, bij wijze van douche. Dan is het zonnen en voor Marnix snorkelen. Hij is helemaal gelukkig omdat het snorkelen hier nog beter is dan in Koh Tao. Aan het einde van Pattaya Beach ligt een klein stukje strand, deels afgeschermd door rotsen. De marine heeft er zijn hoofdkwartier, er zit een eerste hulppost en een klein barretje, dat ook nog eens het goedkoopste bier heeft op het hele eiland. Je begrijpt, wij zijn onze tijd daar goed doorgekomen.
Het is even opletten als we de zee inlopen, vanwege de hoge concentratie stonefishes, maar dan heb je ook wat. Ik ben geen grote snorkelaar, maar zelfs ik word enthousiast van de vissen die tien meter vanaf het strand te zien zijn. Prachtige driehoekige visjes met zwarte, gele en witte strepen, een lange sliert aan hun vin en een tuitmondje, clownsvisjes, regenboogkleurige en bijna doorzichtige vissen. Koh Lipe heeft alle ingredienten van een tropisch paradijs: zon, turkooisblauwe zee, felgekleurde vissen, hangmatten, spierwit poederzand en palmbomen.
Stel jezelf voor: overdags zonnen en snorkelen, 's avonds op rieten matten in het zand lounchen in een stapel zachte kussen, met een biertje in de hand in de Time to Chill bar, luisterend naar het geluid van de branding en het zachte ruisen van de palmbomen, dan kan je alleen maar zeggen: Life is good, very good!
|