Toegevoegd: 10 januari 2007
Van Luang Prabang naar de Thaise grens, 6 en 7 januari 2007
Het is misschien niet eerlijk voor Laos, maar het is de realiteit. We kunnen de energie niet meer opbrengen om ons echt nog te verdiepen in een land. We laten na Vientiane en Luang Prabang Laos dan ook voor wat het is. Laos heeft in ieder geval zo'n goede indruk achtergelaten dat we hopen het een keer een tweede kans te kunnen geven.
We kopen een booticket voor de langzame boot naar Pak Beng. Daar nemen we de dag erop een boot naar Huay Xai, het Laotiaanse grensplaatsje met Thailand. Het is een boottocht van acht uur per dag over de Mekong. Als we op 6 januari de boot instappen en een bankje uitzoeken, kijken we direct in paniek om ons heen. Moeten we het echt acht uur uithouden op dit pijnlijk harde, te kleine, te smalle en te rechte bankje? De bussen in Ethiopie zijn er comfortabel bij! Gelukkig zie ik een veel bredere bank met kussens in het kleine barretje achterin de boot. Ik stoot Marnix aan en wijs erop en we pakken direct onze tas en verhuizen naar de bar, waar we onnodig om te zeggen, niet meer weggaan. Dat zit een stuk beter. Ik verbaas me over het schaapachtig gedrag van de rest van de toeristen. Ze installeren zich al zuchtend en kreunend op de bankjes, terwijl er nog zee van ruimte is in het barretje. Op het laatste moment stappen nog drie Amerikaanse meisjes in, die ons voorbeeld volgen en een groep van vier dronken backpackers, die ook nog eens zo stoned als een aap zijn, installeert zich op de vloer voor de bar. Ondanks dat ze de hele acht uur door blijven drinken, houden ze zich koest.
In Pak Beng overnachten we. Het is een dorp dat uit twee straten bestaat en tegen een heuvel aan ligt. Het aankomen van de boot van de Thaise grens en die van Luang Prabang, is de enige bron van inkomsten voor dit dorp. Iedereen klamt ons aan. We moeten in hun restaurant eten, in hun shop kopen en in hun hotel slapen. Ondanks de mooie omgeving, niet echt een plek om nou eens relaxt een paar dagen te blijven hangen.
De volgende ochtend lopen we snel naar de boot en zien nu dat achterin een paar autostoelen staan. We zijn vroeg en we reserveren er twee. Dat wordt in ieder geval weer geen martelbankje voor ons.
Twee dagen op het water is leuk, maar ook genoeg. Toch had ik het niet willen missen. Langs de Mekong zijn echt prachtige kalkstenen kliffen te zien, verlaten strandjes, afgelegen vissersdorpen, oerwoud en groene bergen. Om over de zonsondergangen op het water nog maar niet te spreken. Het enige waar ik niet goed van kon slapen aan het eind van de tweede dag is het beeld van het drijvende, (dode) lichaam van een vrouw, die vermoedelijk verdronken is in de rivier.
|