Toegevoegd: 3 januari 2006
Kumasi, 31 december 2005
Aangezien Kumasi de hoofdstad is van het Ashanti koninkrijk, besluiten we een Ashanti cultuurdag te houden. Met Sarah (USA), Florent (Frankrijk) en Nicolai (Frankrijk) gaan we naar het Okomfo Anokye Sword museum. Een heel klein museum, dat op het terrein van het ziekenhuis staat. Maar hier is het zwaard te zien, dat een belangrijke plaats innneemt in de Ashanti cultuur. De legende gaat ongeveer zo: Een krijger riep de voorouders aan om een teken waar de Ashanti zich moesten vestigen en kreeg als antwoord een gouden kruk uit de hemel, die op de plek viel waar de krijger zijn zwaard in de grond heeft gestoken. Die plek is dus in het museum en er staat inderdaad een zwaard in de grond gestoken. De lege flessen erom heen wijzen er op dat er regelmatig offers aan het zwaard worden gebracht, want het zwaard heeft speciale 'krachten'. Niemand is het tot nu toe gelukt, zelfs Mohamed Ali de bokser niet, om het zwaard uit de grond te trekken. Als dit ooit zou gebeuren, dan betekent dit onherroepelijk het einde van het Ashanti koninkrijk. We stellen een paar vragen aan de medewerker van het museum en hij raakt helemaal enthousiast. We worden prompt in stoelen geduwd en moeten de video bekijken van het Adae-festival, waar eens in de 5 jaar de gouden kruk aan het publiek wordt getoond. Het festival is een komen en gaan van voodoopriesters, die hun krachten aan de koning tonen. De koning is zo zwaar behangen met gouden kettingen, armbanden en ringen, dat hij het terrein wordt opgedragen. Ik had geen idee dat deze cultuur nog zo leefde. We zijn dus heel nieuwsgierig geworden naar het Prembeh II Jubilee museum. De lokettiste roept vanaf 10 meter de toegangsprijs : '15 tehoasend'. Zeer vriendelijk dus..... Dan draait ze als een monotome bandrecorder haar verhaaltje af, waar we de helft niet van verstaan door het rare Engelse accenmt. Niet de moeite waard dus. Het is ondertussen al laat in de middag en we besluiten het Manhyia Palace Museum tot een andere dag te bewaren. Het is hoog tijd voor Oudjaarsinkopen. Als een stel zotten doorkruisen we de stad op zoek naar champagne, oliebollen (die natuurlijk nooit te vinden zijn op het moment dat je ze nodig hebt), shandy, suiker, sigaretten en iets van vuurwerk. Na een luxe etentje in het zeer onvriendelijke Queens Gate Restaurant, ontdekken we dat Oudjaarsdag in Ghana betekent dat je naar de kerk gaat. De straten zijn werkelijk uitgestorven en vanaf 21.00 uur zitten de kerken overvol. Alle zaaltjes in de stad zijn afgehuurd door kerkgenootschappen, die in mijn ogen meer en meer op sektes beginnen te lijken, gezien het monotome geschreeuw van de voorgangers en het in trance raken van de kerkgangers. Het ontneemt in ieder geval bij mij elke behoefte om een kerkdienst te bezoeken. Om een uur of 23.00 lopen we door de eenzame straten, onder het luide geschreeuw en gekrijs van voorgangers en dominees, dat uit de vele ramen klinkt, naar het Presbyterian Guesthouse terug. Een leuk dansfeest zit er duidelijk niet in. Hier in Ghana gaat iedereen hallelujahend het nieuwe jaar in. Wij maken er zelf maar een feestje van. De boxjes en de i-Pod worden tevoorschijn gehaald, ik maak suggoraat beignets (de oliebollen heb ik niet meer kunnen vinden) van cakes met schijfjes ananas en suiker en we ontpoppen de champagne. De sterretjes worden opgebrand en dan is het 2006: Gelukkig nieuwjaar!
|