Toegevoegd: 3 januari 2006
Kumasi, 30 december 2005
We dwalen over de gigantische Kejetia-markt, in de vage hoop ergens in deze doolhof van nauwe steegjes, een kraampje te ontdekken met tweedehands kappersborden. De markt is zo'n aanslag op onze zintuigen, dat we na een half uur meegevoerd te zijn tussen zwetende lijven en een bombardement aan geuren en kleuren over ons heen te hebben gekregen, we het even voor gezien houden. Onder de indruk verlaten we de markt en lopen over de treinrails, waar de markt in een iets minder drukke versie gewoon verder gaat, naar het treinstation. We willen eigenlijk wel weten wanneer er treinen gaan naar de kust van Ghana. Op het perron zien we een kapper op de rails een klant staan scheren. Veel meer dan zijn kappersbord, een krukje, scheermesje en kam heeft hij niet. Zijn half kapotte bord staat achteloos tegen een paal geleund. Hij ziet ons kijken en roept ons. Eerst vraagt hij om een cadeautje, maar ik zeg 'Maar je hebt ons niet eens geknipt'. En in een opwelling voeg ik er aan toe 'maar ik wil je bord wel kopen; ik geef je 10.000 cedis'. We hadden die ochtend al bij een bordenmaker geinfomeerd wat een nieuw bord moest kosten (250.000 cedis volgens hem, waarschijnlijk iets van 100.000 cedis). De kapper roept lachend terug 'Voor 50.000 cedis mag je hem hebben'. We proberen nog wat van de prijs af te halen, maar hij blijft erbij dat het 50.000 cedis moet zijn. De weglooptruc werkt hier in Ghana niet zo hebben we al gemerkt, dus die laten we maar achterwege. We gaan uiteindelijk akkoord. Gezien de brede grijns van de kapper, het wel tien keer onze hand schudden en vijftig keer 'thank you, thank you so much', is de man erg gelukkig met de deal en wij ook. Met een prachtig, gebruikt kappersbord, waarop een plastic handvat van een tas is getimmerd, lopen we verder. Onze kappersbordenjacht is opeens en totaal onverwachts toch nog gelukt. O ja, en wanneer de treinen gaan is erg onduidelijk. Het beste lijkt om op de dag dat je wilt gaan, te checken of er werkelijk een trein gaat.
|