23 November 2024
 

Ontmoeting met Tibetaanse artiest

Toegevoegd 22 juni 2008

Gyalthang, 6, 7, 9 en 12 juni 2008

Sonny zien we om de dag. Op 6 juni komt hij echter met goed nieuws voor hem. In Lhasa heeft hij 2 jaar geleden grond gekocht om een hotel te beginnen. Eindelijk had hij alle benodigde vergunningen toen de opstanden in Lhasa begonnen en de investeerder zich terugtrok. Nu heeft een nieuwe investeerder zich gemeld en vertrekt hij, helaas voor ons, de volgende dag naar Lhasa. In de Hazel Bar vieren we zijn afscheidsfeestje. Andere vrienden komen ook om afscheid van hem te nemen: Jampa La, Chocho, Matthew (België) en Kersan Dolma (zijn vriendin), Simon (Zwitserland) en Scarlett (China). Met een bord vol momo’s Amdostijl, de beste die ik ooit geproefd heb, wensen we hem succes en een veilige reis toe en drukken hem op het hart vooral voorzichtig te zijn aangezien we nieuws hebben gekregen dat de spanningen weer oplopen in Lhasa. Het zou binnenkort, met name wanneer de Olympische fakkel Lhasa bereikt, wel eens tot nieuwe onrusten kunnen komen.

Vlak voordat Sonny afscheid van ons neemt, komt een rustige Tibetaanse man binnen. Hij gaat een beetje achteraf zitten. Pas als de meeste mensen naar huis zijn, komt hij bij ons zitten. Simon stelt hem voor als Ceirang en Chocho springt op om een cd op te zetten. Ceirang blijkt zanger te zijn en niet zomaar een: in Gyalthang zeer gerespecteerd. We gaan rond de kachel zitten en Ceirang pakt zijn kleine drum. Zachtjes trommelt hij een ritme. Het wordt muisstil in het café. De eerste tonen zijn nauwelijks hoorbaar, maar dan zingt hij het ene lied na het andere. Zijn vriend, een jongen uit Inner Mongolië met een ondeugende lach op zijn gezicht, schuift aan en trommelt met zijn vingers op de bank en de kachel mee. Ceirangs stem heeft iets onwerkelijks, iets magisch: bloedzuiver, sereen en spiritueel.

Hij nodigt ons uit om de volgende dag naar zijn huis tegenover het Kharma Café te komen om 21.00 uur. We accepteren de uitnodiging graag.

Het is druk in Ceirangs huis als we aankomen. Hij groet ons en wijst ons een stoel aan. Simon is er ook al. Later komen Kersan en Matthew binnen. Scarlett en Chocho zitten op kussens langs de muur en zwaaien. Jackie komt ook binnen (een van de vrijwilligers van de Tendol Gyalzur Foundation in Zwitserland). Naast al deze mensen die we kennen, zit een groep Taiwanezen, waaronder Afang. Het is druk en er wordt flink wat gedronken en gekletst. Dan gaat Ceirang zitten en pakt een soort drum. Zachtjes laat hij zijn drumstok erop neer komen. Met de Tibetaanse bellen maakt hij een zacht galmend geluid. Iedereen is stil. Zijn stem komt zacht, bijna breekbaar, over het publiek heen. Zijn eerste lied is ‘Om Mani Padme Hum’. Als zijn laatste noot wegsterft, barst het applaus los.

Mijn favoriet is het traditionele Tibetaanse lied dat hij samen met een vriend zingt, opzwepend luid en dan weer zacht. Als zijn vriend uit Inner Mongolië zijn Mongoolse cello bespeelt. Krijg i kippenvel op mijn armen. De tonen dwepen en flirten en verscheuren je hart. Een Taiwanese gitarist staat op en speelt mee. Hoe verder de avond vordert, hoe wilder en experimenteler het wordt. Ceirang stopt er zelf mee, maar de andere artiesten gaan door.

In totaal gaan we 3 keer naar Ceirangs’ huis om hem te horen spelen. Soms wordt hij gestoord op onbeschofte wijze door een dronken Tibetaanse politieagent of een groep luidruchtige toeristen, die geen respect kunnen opbrengen voor zijn muziek. Hij wordt daar verdrietig van, vertrouwt hij ons toe. Hij wil traditionele Tibetaanse muziek vastleggen voor de komende generatie en reist daarvoor alle Tibetaanse gebieden af. Soms ontmoet hij uitzonderlijke mensen, zoals een man van 76 jaar uit Qinghai, die als enige nog een bepaald instrument gemaakt van koeienhoorn kan bespelen. Als Ceirang thuis is, speelt hij elke avond. Hij wil zijn huis openstellen voor iedereen die van muziek houdt, maar dat betekent ook dat hij soms luidruchtige, onbeschofte mensen binnen krijgt. Dan kan hij zich niet meer concentreren en stopt met spelen. Zo nu en dan krijgt hij uitnodigingen om voor veel geld te spelen in het buitenland. Meestal wijst hij die af. In de tijd die hij toert kan er teveel muziek verloren gaan. Soms moet hij wel ingaan op voorstellen om bijvoorbeeld een commerciële cd maken om geld te verdienen voor zijn droom: de traditionele muziek uit Tibet vast te leggen.