Toegevoegd: 5-11-2005
Droog en stoffig
18 oktober 2005, Mopti
De bus naar Mopti wordt volgeladen met brommers, tassen en tafels. Maar dit keer geen geit. Het wordt afgezaagd, maar het is weer eens heet. We zijn duidelijk nog niet gewend aan de hitte.
Halverwege hebben we een lunchpauze in San. Eén van de passagiers laat zijn zonnepaneel in de bus liggen. Grote commotie als blijkt dat na de lunch het paneel verdwenen is. Iedereen discussiëerd en bespreekt wie dit gedaan kan hebben. Na vijftien verschrikkelijk warme minuten maakt de chauffeur eindelijk aanstalten om te vertrekken. Het is jammer voor de jongen, maar het paneel is gewoon weg.
Het landschap wordt droger en stoffiger. Dorpen van leem glijden voorbij, ommuurd en gebouwd in de typische Sahelstijl.
In Mopti lopen we naar de Mission Catholique. Die blijkt geen kamers meer te verhuren en een jongen wijst ons de weg naar Ya pas de problème Hôtel. Een leuk hotel gerund door twee Fransen. Ietwat aan de dure kant, maar voor een schappelijk prijsje krijgen we een matras op het dak. Slapen onder de sterren, met een koel briesje, wat wil je nog meer ?
Jean Marie en Olivier zijn blij met ons, we zijn namelijk de eersten die ze vertellen dat ze in de Guide de Routard staan. Dat vieren we met een glaasje echte Bordeaux.
Un peut malade
19 oktober 2005, Mopti
Het is weer mis. Marnix heeft opnieuw veel last van zijn maag. Tijd voor een bezoekje aan de dokter. Voor de ingang van het ziekenhuis is het dringen. Je moet roepen dat je ziek bent, anders laat de bewaker je er niet zomaar in. Een Cubaanse arts onderzoekt Marnix en besluit hem aan het infuus te leggen. Zo’n twee uur lang wordt er vocht met mineralen en anti biotica in hem gepompt. Het is een wereld op zich dat ziekenhuis. De tuin is omgebouwd tot een grote openlucht keuken, waar vrouwen het potje staan te koken voor hun zieke familieleden. Overal liggen zieken : in de gang, op de stoep, in de trappenhal. Maar Marnix ligt in een kamer met air conditioning, vertroeteld door pittige Malinese verpleegsters.
Wassen in de Bani
22 oktober 2005, Mopti
Ondertussen hebben we een vast adresje voor ons ontbijt gevonden. Langs de Bani rivier, die aan de ene kant van Mopti stroomt, is er elke ochtend van alles te doen. Een geïmproviseerde vismarkt, gedomineerd door stevige mama’s, die er speciaal hun mooiste panen voor hebben aangetrokken. Een eindje verder nemen de mooie Peulvrouwen en hun kroost een bad in de rivier en wassen er hun kleren. Vanaf ons ontbijtplekje kunnen we alles volgen. Als de Peulvrouwen hun was en inkopen hebben gedaan, stapelen ze alles in een grote kalebas op hun hoofd. In een rij wiegen ze statig, elegant en kaarsrecht langs de waterkant op weg naar huis. In hun mooiste jurken, behangen met gouden oorbellen en soms een neusschotring, hun haar in strengen gevlochten.We willen nog wel langer kijken, maar hebben een afspraak in bar Bozo. Want we willen naar Timboektoe toe! Met Almamy, Joel en Djenepo zitten we om de tafel en onderhandelen onder het kletsen door. Na een uur ligt er een contract op tafel. Op dinsdag vertrekken we naar Timboektoe met een quatre quatre (4 wheel drive) en logeren bij een familie voor 4 nachten. 1 Nacht slapen we in de woestijn bij een Touareg familie. Als we aankomen, moeten we ons melden bij Papa Likide, die in hotel Bouctou werkt. Terug gaan we per pinasse, een gemotoriseerde grote kano, een tocht van 3 dagen. Iedereen is dik tevreden. We zijn maar een klein pootje uitgedraaid. Door Issa, de eigenaar van de quatre quatre horen we dat hij een lucratieve aanbieding heeft gekregen van een Engelsman, die onze auto wilde huren. Issa heeft geweigerd, omdat hij ons al 2 plaatsen had beloofd. En zo gaat dat hier. Ze willen graag aan je verdienen, maar een belofte is meer waard!
|