Toegevoegd: 22 februari 2006
Koutiala, 6 en 7 februari 2006
We moeten toch een keer vertrekken uit Bobo, dus pakken we maandag de bus naar Koutiala in Mali. Met duidelijke tegenzin wel te verstaan. Niet zozeer omdat we niet meer terug willen naar Mali, maar meer omdat het wel erg gezellig was in Bobo. En omdat we weten dat we voorlopig niet meer in Burkina Faso gaan komen.
Voor het eerst doen de Burkinabeze douaniers niet moeilijk. Onze gegevens hoeven zelfs niet in het grote boek geschreven te worden. Dit keer zijn het hun Malineze collega's die lastig zijn. Iedereen, behalve wij, moet betalen om Mali in te mogen. Ook al hebben ze geldige papieren bij zich. Het duurt al met al ruim een uur voordat we verder mogen.
Nog voor de avond valt komen we in Koutiala aan en vinden een kamer in een nieuw hotel annex bar annes restaurant: Le Brakel 1. De reactie is een beetje vreemd als we binnenstappen en naar een kamer vragen. In eerste intstantie zegt de man achter de bar ' Nee, er zijn geen kamers vrij', maar als we buiten even staan te overleggen komen ze ons terughalen. Er kan wel iets geregeld worden. Ze hebben nog wel een kamer, maar die is niet goed ingericht. We werpen een blik naar binnen, zien een bed staan met latras en zeggen: 'Meer hebben we niet nodig hoor'. Ze gaan direct aan de slag. 4 Mannen en 1 vrouw rennen rond om de kamer in orde te maken. De een haast zich om schone lakens te halen, de ander dweilt de vloer van de kamer, de derde probeert een oplossing te vinden om de gordijnen op te hangen en de volgende is bezig het bed op te maken. De vijfde tenslotte heeft als taak ons in de watten te leggen. 'Jullie zijn de eerste blanken die hier komen slapen' zegt hij een beetje trots en zenuwachtig tegelijk. Na een uur is de kamer bewoonbaar verklaard. De gordijnen zijn met plakband, op zijn Rians zeg maar, aan de deur en muren vastgeplakt.
In de tussentijd hebben we eens goed rondgekeken. Achterin de tuin zijn wat kamertjes, die door jonge vrouwen worden gehuurd. En al die vrouwen roken. En er lopen steeds mannen naar achter, van militairen tot vrome moslimmannen in grote boubou's. Hmm, we zitten gewoon in een ordinaire hoerentent. Maar de mensen zijn ontzettend aardig en doen hun best ons het zoveel mogelijk naar de zin te maken.
In Koutiala zelf is er niets bijzonders te zien of te doen. En juist daarom zijn we er gestopt. We willen wel eens weten hoe een niet toeristische stad in Mali eruit ziet. We staan versteld van de enorme vriendelijkheid van de Malinezen. We schudden handen, maken kletspraatjes, worden welkom geheten en genieten van het ongestioord rond kunnen lopen. Nog nooit hebben we zo rustig over een markt gelopen als in Koutiala. Een goede kans om de grote fetisjafdeling eens te bekijken met kraampjes waarin hyenahuiden, gedroogde hagedissen, schedels van apen, kaurischelpen en geriezelig uitziende poeders en spajes uitgestald liggen.
|