Toegevoegd: 23 maart 2006
Gonder, 6 t/m 8 maart 2006
Gonder is de volgende plek op de historische route die we aandoen (zonder Scott trouwens. Die besluit terug te gaan naar Addis Ababa om vervolgens door te reizen naar Kenia). Als we binnenrijden ziet het stadje er aardig uit met kleurrijke huisjes met balkons en straten met veel groen. De stad ligt op heuvels, dus het is veel klimmen en dalen.
We hebben direct ruzie als we de bus uitkomen. Een stelletje pubers willen ons een bepaald hotel aansmeren, maar we hebben er al een uitgekozen uit de gids. Ze blijven hoe dan ook met ons meelopen, hoe vaak we ook vragen ons alleen te laten.
Het Fasil Hotel waar we willen slapen is makkelijk te vinden. Maar voordat we aan een medewerker kunnen vragen of er nog twee kamers zijn is een van die pubers ons al weer voor. Er volgt een kort gesprek in het Amharic, waarna de jongen zich omdraait en zegt dat het hotel vol zit. Vreemd, we zien weinig gasten in het hotel. Maar goed, op naar onze tweede keus, die vlakbij zit. Ook hier hetzelfde verhaal. Voordat we de receptionis kunnen spreken, is een van de pubers ons al voor geweest. Ook dit hotel zit zogenaamd vol. Het derde, vierde en vijfde hotel ook. De hotels die overblijven zijn, òf te smerig om er te willen slapen, òf te duur en meestal een combinatie van beide. Daar zorgen de ‘hulpvaardige’ pubers wel voor. Moe en sjacharijnig nemen we de minst erge kamers in een zeer onvriendelijk hotel. Als we daarna wat gaan eten, reopen de puberjongens allerlei beledigingen naar ons toe. Zo vriendelijk is Gonder dus niet! Marnix en ik vragen ons af wat er in vredesnaam mis is met deze lui. Wat is er mis met Ethiopië? Het is de zoveelste vervelende ervaring die we in korte tijd te verstouwen krijgen. We beginnen ons serieus af te vragen of we wel twee maanden in dit land willen blijven. We zijn immers niet gaan reizen om steeds afgezet, bedrogen, beledigd en uitgescholden te worden. En lijkt niet uit te maken of je netjes blijft, boos wordt, of niets zegt. Het is alles of niets. Op hun voorwaarden mag je er rondlopen. En er is maar een voorwaarde: dat ze je zakken mogen leegkloppen tot de laatste cent. Ga je er niet mee akkoord, dan wordt je uitgescholden en bedreigd. Verbijsterd trekken we ons terug in onze kamer.
De volgende ochtend vroeg gaat Marnix terug naar het Fasil Hotel en boekt twee kamers, die gewoon vrij zijn. Een groepje tieners maakt hier dus de dienst uit en het maakt ze blijkbaar geen reet uit met wat voor gevoel de toeristen weer weg gaan uit Gonder.
De volgende twee dagen hebben we gelukkig niet meer zoveel last van ze. Ze hebben geloof ik door wij geen goede vrienden meer gaan worden…
We bezoeken de ruïnes van de keizerlijkepalzeizen en forten. Marnix gaat uit zijn dak op deze fotogenieke plek, maar ik vind het niet de 100 Birr (10 euro) toegang waard. Een hoop oude stenen, daar raak ik niet bijster van onder de indruk.
De Debre Berhan Selassie Kerk overtreft al onze verwachtingen. Het plafond is helemaal beschilderd met engeltjes, die elkaar raken met hun vleugeltjes. Ook de fresco’s zijn de prachtig. We blijven even op een bankje in de kleine kerk zitten om de sfeer op ons in te laten werken.
|