Toegevoegd: 5 april 2006
Aksum, 13 tot en met 15 maart 2006
Vanuit Shire is het nog anderhalf uur naar Aksum. We kijken uit naar Aksum. Samen met Lalibela is Aksum de reden geweest om naar Ethiopië te gaan. In eerste instantie is Aksum een verademing. Als we uitstappen, valt niemand ons lastig en horen we zelfs iemand roepen: 'Welkom in Aksum!' Geweldig, dit begint erop te lijken.
In Aksum staat de St. Mary of Zion Church. Volgens de legende wordt in een bijgebouw de Ark van het Verbond bewaard. Als blijkt dat alleen mannen het kerkterrein op mogen, is het een enorme teleurstelling voor me. Marnix en Cees Jan gaan wel naar binnen. Wanneer ze hun toegangskaartje kopen, wenken ze mij en Else: 'Vlug!'. We rennen naar ze toe.
'Kijk dan, dat is de hogepriester die de Ark bewaakt!.' De hogepriester staat voor het bijgebouw. Hij komt haast nooit naar buiten, alleen als het heel rustig is. Op mijn tenen sta ik over het hek te gluren. Wat cool is dit! Wat uniek! Nog meer dan ooit wil ik naar binnen, dichter bij komen. Niet dat ooit iemand anders dan de hogepriester zelf de Ark ziet, maar ik vind het zo'n fascinerend verhaal. Maar helaas, de strenge blikken van de bewakers weerhouden me ervan om stiekum een poging te wagen.
De rest van de historische plekken in Aksum zijn vooral interessant voor archeologen: stellaefields, ruïnes van paleizen; het kan mijn interesse niet wekken. De markt vind ik een stuk leuker. Het is eindelijk een markt in Ethiopië waar je relaxed over heen kan struinen. Heel Aksum is sfeervol en gezellig, maar dan ontdekken we de dubbele bodem. Een ober in het restaurantje waar we eten geeft ons de menukaart aan. De verkeerde menukaart blijkt als we de rekening krijgen, die voor geen meter klopt. Alles is 3 birr duurder dan op onze menukaart stond. Ik zie de anderen de handen voor hun gezicht slaan: 'Niet weer, alsjeblieft niet weer!'. Ik lijk de meeste energie te hebben op dat moment en dus sta ik op om dit zaakje te regelen. De ober zegt glashard dat de rekening wel klopt en laat de menukaart zien.
'Maar dat is niet dezelfde menukaart die wij hadden meneer', zeg ik zo beleefd mogelijk.
'Jawel.'
'Nee, want al deze gerechten zijn veel duurder dan op onze kaart.'
Dan geeft hij het eindelijk toe en zegt, schaamteloos: 'Maar jullie zijn blank, dus moeten jullie meer betalen'. Weer sta ik even met mijn bek vol tanden. Wat?! Dan hervind ik mezelf weer.
'Waarom? Voor hetzelfde bord spaghetti? Voor dezelfde injerra?'
'Ja, we hebben een menukaart voor Ethiopiërs en een kaart voor blanken.' Ja, daar ben ik ondertussen ook achter.
'Luister ,' zeg ik zo krachtig mogelijk, terwijl ik alle energie uit me voel stromen, 'we hebben gekozen van de Ethiopische menukaart en die prijs betalen we!' We leggen het geld gepast op tafel en lopen weg.
Ik twijfel aan alles en iedereen in Ethiopië. Het lijkt wel of je niemand meer kunt vertrouwen hier. Het ergste is dat ze het geen reet interesseert hoe jij je voelt of dat ze echt niet het idee hebben dat ze iets verkeerds doen. Het is onbegrijpelijk waarom ze hier zo met toeristen, en ook vaak met elkaar, omgaan. Het moet niet veel gekker worden, anders staat wel vast dat Ethiopië een eenmalig avontuur gaat worden.
|