Toegevoegd: 5-11-2005, Djenné
Water en nog eens water
Bani rivier, 1,2 en 3 november 2005
De pirogue is kleiner dan we verwacht hadden. Sadu en Abdourahamane zijn onze gidsen en gaan ons tot aan Djennè bomen. Het wordt een tocht van 3 dagen en 2 nachten. Onder de luifel ligt een matras, waar we ’s nachts ook slapen. Loungen op de Bani rivier dus! Elke dag bezoeken we een Bozo (vissers) of Peul (veehoeders) dorp. Voor die bezoekjes hebben we een kilo kolanoten ingekocht. Nadat we een handvol kolanoten aan de dorpsoudste hebben overhandigd, krijgen we toestemming om het dorp in te gaan. Het zijn allemaal prachtige dorpen van leem, met de moskee op een prominente plek. Of aan de waterkant of in het midden van het dorp. De mensen zijn hartverwarmend en heel enthousiast. Hordes knderen lopen met ons mee en roepen de hele tijd ‘Toubabu, ça va?’; Iedereen staat langs de kant en zwaait ons uit als we weer wegvaren. Het is zwaar werk voor Sadu en Abdourahamane, maar toch lijken zij ook te genieten van de tocht. Het klikt tussen ons en we hebben de grootste lol. Uit een plastic tas vol bandjes worden er een paar geselecteerd, die het nog enigszins doen. Whigfield en Ethiopische muziek (waar ze hier dol op zijn) en de ontzettend populaire Tiken Jah Fakoly worden om de beurt in de recorder gestopt. Zo nu en dan worden we omgeven door wolken libellen en soms, maar dat is wat minder, door steekvliegen en horzels. Iedereen die we passeren, op de kant of op het water, zwaait naar ons en wenst ons een goede reis toe. Hier laat Mail zijn ware gezicht zien, nog onaangetast door toerisme. Het tovert steeds een lach op ons gezicht.
De laatste dag is wat afzien. Onze billen zijn beurs van het zitten. We willen aanmeren om even naar het bushtoielt te gaan als Sadu opeens roept dat het geen goede plek is. Hij wijst ons de gitzwarte, 1 meter lange slang die op de oever rondkruipt. Het lijkt ons ook een goed idee nog even iets verder te varen! De billen worden nog even samengeknepen. Bij een dorp, zo’n 4 kilometer van Djennè af worden we aan wal gezet en nemen we afscheid van Sadu en Abdourahamane. We krijgen een lift van 2 Aussie’s en een Fransman met een Landrover en rijden al snel het indrukwekkende Djennè binnen.
|